Gebruik van het kunstgrasveld in de winter
Regelmatig worden vragen gesteld over het gebruik van kunstgrasvelden onder winterse omstandigheden. Op basis van de adviezen van Ingenieursbureau Oranjewoud (tegenwoordig Antea Group), Ceelen Sport Constructies, en de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond heeft gemeente Súdwest-Fryslân onderstaand protocol vastgesteld.
Het product kunstgras is in beginsel tot circa 12 graden onder nul vorstbestendig evenals de infill van zand, kunststof, kurk of rubber. Wel treedt er bij vorst enige verharding op omdat het materiaal stugger wordt. Zakt de temperatuur verder dan 12 graden onder nul dan worden de vezels gevoeliger voor schade. Bij (zeer) strenge vorst is het gebruik van het kunstgrasveld dan ook af te raden.
Problemen met de bespeelbaarheid van kunstgrasvelden ontstaan eigenlijk op het moment dat er sprake is van een hoge luchtvochtigheid of als er neerslag valt. Kale droge vorst is voor kunstgras geen enkel probleem, het spelen onder deze omstandigheden dus ook niet. Het is zelfs zo dat kale vorst een uitdrogende werking heeft.
Rijp is de witte aanslag die wordt veroorzaakt door het neerslaan en bevriezen van de waterdamp in de lucht. Rijp is van tijdelijke aard en verdwijnt als de temperatuur door de zon omhoog gaat. Onder bewolkte omstandigheden kan rijp echter wel hardnekkig zijn. Voor een kunstgrasvezel is rijp technisch geen probleem. De vezel zal niet afbreken door de aanwezigheid van een dun ijslaagje. Er zal wel goed beoordeeld moeten worden in hoeverre de aanwezige rijp, zeker bij hardnekkige of ruwe rijp, gladheid van het speeloppervlak veroorzaakt. Plaatselijke lichte rijp kan eventueel worden verwijderd door met een licht sleepnet te slepen.
IJzel is eigenlijk niets anders dan regen die bevriest zodra het in aanraking komt met een bevroren oppervlak. Er vormt zich dan een ijslaagje waardoor het oppervlak glad wordt. IJzel verdwijnt vaak binnen een paar uur, maar kan soms hardnekkig zijn. Bespeling van een beijzeld kunstgrasveld zal in de meeste gevallen tot een (tijdelijke) afgelasting leiden omdat het te gevaarlijk is voor de spelers. Bij volledig zand ingestrooide velden zal bij vochtig vriesweer het vocht in het zand hard worden. Blessuregevaar en daarbij horende afgelasting is op dit type velden dan ook eerder en langduriger aan de orde.
Sneeuw is voor kunstgras in principe geen probleem. Bespelen van een licht besneeuwd veld vormt voor een kunstgrasveld dus geen risico. Mogelijk wel voor de sporter omdat het glad wordt, daarom is het raadzaam om een redelijk besneeuwd kunstgrasveld niet te bespelen. Bespelen heeft verder het nadeel dat de sneeuw in de mat en het rubber wordt getrapt. De temperatuur hoeft dan maar licht te stijgen en vervolgens weer te dalen of er vormt zich een 2 ijslaagje dat hard en scherp wordt. Bespelen is onder dat soort omstandigheden niet verantwoord. Verder duurt het vaak langer dat een besneeuwd en bespeeld veld na de intree van de dooi weer bespeelbaar is omdat losse sneeuw nu eenmaal sneller ontdooit dan een ingetrapt ijslaagje.
Sneeuw ruimen met sneeuwschuivers aan een motorisch aangedreven voertuig wordt door de leveranciers niet aanbevolen in verband met de risico’s voor de mat. In Súdwest-Fryslân is dit dan ook niet toegestaan. Sneeuw ruimen met bladblazers of in handkracht verwijderen kan minder kwaad maar is zeer bewerkelijk en zorgt voor veel zand- of rubberverlies. Met het verwijderen van de sneeuw neemt men namelijk veel rubber of zand mee omdat dit zich aan de sneeuw hecht. Indien het wenselijk is toch sneeuw te ruimen mag dat alleen na toestemming van de gemeente, bijvoorbeeld bij zeer belangrijke wedstrijden. De sneeuw moet dan op de uitloopstrook worden verzameld zodat nadien het rubber dat na dooi achterblijft weer over het veld kan worden verspreid. Nadeel van deze hopen sneeuw is dat deze lang nadat de dooi is ingevallen blijven liggen.
Súdwest-Fryslân adviseert dan ook om alleen van een veld gebruik te maken als na sneeuwval de sneeuw bij betreding verdwijnt in de infill zonder dat dit zich tot een ijslaagje omvormt. Voor een wedstrijd kan onder deze omstandigheden met een licht sleepnet de belijning zichtbaar worden gemaakt. In hoeverre sneeuwval invloed op de wedstrijd heeft zal door de scheidsrechter moeten worden beoordeeld. Voor een veld heeft dit soort beginnende sneeuwval geen directe consequenties.
Naast sneeuw en ijzel zijn er nog een aantal andere vormen waarin winterse neerslag kan vallen. Hierbij moet worden gedacht aan hagel, korrelsneeuw, ijsregen, etc. In alle situaties zal moeten worden beoordeeld of bespeling tot gevaar voor de sporters leidt of dat de neerslag bij betreding wordt vast getrapt tot een ongewenst ijslaagje. Zijn deze zaken niet aan de orde dan is bespeling gewoon toegestaan. Opdooi Opdooi is een term uit de wegenbouw. Opdooi noemt men het verschijnsel dat wanneer na het intreden van de dooi het dooiwater en/of regenwater niet weg kan door de bevroren en ondoorlatende grond eronder. Kunstgrasconstructies worden opgebouwd met materialen die weinig tot geen vocht opnemen en in ieder geval zeer goed waterdoorlatend zijn. Bovendien wordt door een drainage en een goed drainerend zandpakket ervoor gezorgd dat overtollig hemelwater en grondwater snel worden afgevoerd.
Globaal kan worden aangehouden dat in de bovenste 50 cm van de constructie geen tot weinig water zal achterblijven. De kans dat in een kunstgrasconstructie afsluitende ijslagen ontstaan is dus gering. De meeste kans op ijsvorming bestaat in het laagje zand in de kunstgrasmat. Dit laagje bestaat uit redelijk grof zand maar door organische vervuiling is de kans groter dat water blijft hangen en bevriest. Treedt er opdooi op dan is het betreden van het veld en het uitvoeren van onderhoud uit den boze. Doordat het vocht in de bovenlaag niet door de onderliggende vorstlaag kan zakken, is het mogelijk dat de infill en de onderliggende sporttechnische laag volledig verzadigd is met 3 (smelt)water. Deze laag is dan volledig instabiel en zeer gevoelig.
Betreding kan in deze fase leiden tot kuiltjes of spoorvorming in het veld en tot blijvende schade aan de vlakheid van de mat. Blijft er geen water staan en is het speeloppervlak en de bovenlaag van de onderbouw verder droog, dan kan er in beginsel weer worden gespeeld. Het verdient wel aanbeveling om betreding van het veld met onderhoudsapparatuur nog enige tijd uit te stellen tot de vorst volledig is verdwenen. Of de bovenlaag van de onderbouw volledig droog is kan gecontroleerd worden door in de hoek van het veld de mat op te lichten.
Sneeuw bestrijden met zout en pekel is niet verstandig.
Uiteindelijk zal het zout in de bodem en mogelijk in het grondwater terecht komen, wat niet goed is voor het milieu. Technisch heeft gebruik van zout echter geen directe consequenties voor de kunstgrasmat. De meeste leveranciers zullen het gebruik van zout en andere chemische middelen niet adviseren en mogelijk uitsluiten van de garantievoorwaarden. In Súdwest-Fryslân is het gebruik van zout en chemische middelen dan ook niet toegestaan.
In de wind kan het een stuk kouder aanvoelen dan uit de wind. Dit verschijnsel staat bekend als gevoelstemperatuur of windchill. Lichte vorst kan daardoor bij stevige wind soms onaangenaam aanvoelen. De gevoelstemperatuur heeft geen enkel effect op levenloze dingen zoals een kunstgrasveld. Technisch gezien hoeft een kunstgrasconstructie hierom dan ook niet uit gebruik te worden genomen. Onder deze omstandigheden zullen sporters en toeschouwer wel eerder last krijgen van bevriezing van de blote huid, goed kleden is dan ook belangrijk.
Gedurende de wintermaanden is goed onderhoud van het kunstgras nog belangrijker dan in de zomermaanden. Doordat in de winterperiode de kunstgrasmat vaak minder intensief gebruikt wordt zal door het vocht algen en mos zich sneller zetten. Om verspreiding in rap tempo tegen te gaan dient er regelmatig geborsteld / geveegd te worden. Bij een zand ingestrooid veld heeft borstelen verder het voordeel dat er met het borstelen veel vocht uit het zandpakket wordt gehaald doordat het zandpakket opener wordt.