De voetbal avonturen van een LSC’er in het land van WK 2034
De voetbal avonturen van een LSC’er in het land van WK 2034

Afgelopen december besloot de FIFA officieel dat Saoedi Arabië het WK 2034 mag organiseren. Gezien dit besluit leek het mij, als LSC’er ter plaatse, gepast dat ik u wat meer informatie zou verschaffen betreffende voetbal in dit land in het Midden-Oosten.
Alvorens ik dat doe, laat ik eerst eens uitleggen hoe een LSC’er in Saoedi Arabië terecht is gekomen.
In de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw heb ik de fijne kneepjes van het voetballen geleerd bij LSC. Mijn vader is Peter de Vries, bij het 100-jarig jubileum van de club nog tot “lid van verdienste” gemaakt vanwege zijn jarenlange inspanningen als vrijwilliger. Mijn moeder is Hennie de Vries, die ook lange tijd LSC-vrijwilliger is geweest. Verder was mijn oom Anne de Vries de schilder van de eerste reclameborden rond het hoofdveld (als ik het me goed herinner…). Dientengevolge spendeerde ik de meeste zaterdagen en zondagen van mijn jongere jaren op het sportpark aan de Leeuwarderweg. Op zaterdagochtend eerst een wedstrijd me ons eigen team, geregeld onder scheidsrechterlijke leiding van meneer Libbe Nauta. Daarna misschien nog een extra wedstrijd met een team dat net even een speler te weinig had. En dan op zondag even kijken hoe de senioren het ervan afbrachten, waarbij ik dan samen met mijn broer Daniel en neef Harry, die eveneens bij LSC voetbalden, tussen de wedstrijden door nog even een balletje trapte in de doelmond van het bijveld – hopende dat Willem Kik ons niet zou zien, aangezien hij ons daar anders onherroepelijk weg zou sturen.

In mijn vroege voetbaljaren, midden jaren ’80, mochten we na een kampioenschap op de foto met “het 1ste ”, aangevoerd door Jan Idema. Ik zit gehurkt rechtsonder, voor keeper Tjalling Brandsma. Mijn vader Peter de Vries staat uiterst links.
Uiteindelijk ben ik na mijn studie gaan werken in de olie-industrie. Dit bracht me uiteindelijk naar het Midden-Oosten en inmiddels ben ik hier al 12 jaar. De eerste vijf jaren was ik in Qatar, het land van WK 2022. Ondertussen ben ik ruim zeven in jaren in Saoedi Arabië, het land van WK 2034.
Omdat mijn eigen kinderen in Qatar op de leeftijd kwamen dat ze zelf ook wilden voetballen ben ik hier een jaar of tien geleden weer jeugdvoetbaltrainer geworden. Dit kwam als volgt.
De club-cultuur die we in Nederland kennen bestaat hier in het Midden-Oosten niet. De meeste kinderen spelen wel voetbal, maar hoofdzakelijk gewoon op straat, of in het park, met vrienden onder elkaar. In de “wintermaanden” van november tot en met mei, welteverstaan, want in de zomermaanden van juni tot en met september is het hier overdag meer dan 40 graden Celsius. De voetbalclubs hier zijn profclubs en hebben vaak alleen maar een eerste elftal. Dus toen mijn kinderen wilden voetballen, kwamen we terecht bij een groep Indonesiërs die een onofficiële verenig hadden opgericht waar kinderen op vrijdagochtend tegen een balletje konden trappen. Van 6 tot 8 uur ’s ochtends, overigens, aangezien de temperatuur ook in de “wintermaanden” april, mei, oktober en november al snel oploopt tot boven de 35 graden Celsius. Toen ik mijn kinderen de eerste keer naar de Indonesische vereniging bracht, en voor de training een beetje met hen voetbalde, werd dat door de andere ouders gezien. Dezen besloten daarop dat ik voortaan de trainer van de jeugd moest zijn – aangezien geen van de overige aanwezige ouders ooit gevoetbald had.

Mijn eerste ervaring als jeugdtrainer. LSC C3, ergens in de jaren ’90. Ik sta uiterst rechts, als assistent van “manager” Adri de Ree, uiterst links.
Dat is ondertussen een jaar of tien geleden. Sindsdien ben ik dus verhuisd naar Saoedi Arabië. Hier woon ik met het grootste deel van mijn collega’s in een stad genaamd Dhahran, speciaal gebouwd voor de werknemers van mijn werkgever, oliemaatschappij Aramco. We bevinden ons aan de oostkust van Saoedi Arabië, vlak naast de steden Dammam (van de club El Ettifaq van Georginio Wijnaldum) en Al Khobar (van de club Al Qadsiah van Pierre Aubameyang). We zijn met ongeveer 15,000 mensen en vanwege dit ruime aantal hebben we onze eigen voetbalclub, de Saudi Aramco Youth Soccer Organisation, oftewel SAYSO. Soccer, want we zijn in een ver verleden opgericht door een groep Amerikanen. In iedere leeftijdscategorie hebben we omstreeks 250 spelers, die we onderverdelen in acht teams waarmee we dan een onderlinge competitie spelen. Omdat er recent een aantal voetbalscholen opgericht zijn in onze omgeving doen we de beste 15 spelers van iedere leeftijdscategorie ook in een speciaal team dat dan wedstrijden speelt tegen deze voetbalscholen. Ik ben de trainer van dit speciale team voor spelers “onder 16”.

Terwijl de lucht oranje kleurt, probeer ik het team de basisprincipes van het “totaalvoetbal” uit te leggen.
Ik was in mijn tienerjaren al een tijdje trainer bij LSC, maar ik kan u verzekeren dat jeugdvoetbaltrainer hier iets totaal anders is.
Een reden hiervoor is dat mijn team bestaat uit een mix van jongens uit Saoedi Arabië, Egypte, Jordanië, Somalië, Spanje, Frankrijk, Engeland, Amerika, Australia, Colombia, Venezuela, Honduras en Indonesië. Allemaal jongens uit verschillende culturen dus, opgegroeid met allemaal verschillende gewoontes en gebruiken, die daardoor allemaal verschillende benaderingen gewend zijn. De “typische Nederlandse aanpak” werkt hier derhalve niet, zo heb ik (door schade en schande) geleerd.
Een andere reden is dat de meesten van deze jongens op jonge leeftijd met hun ouders naar hier gekomen zijn. Ten gevolge daarvan zijn de meesten “straatvoetballers”. Temperamentvol, met een echte winnaarsmentaliteit, maar tegelijkertijd niet gewend om onderdeel van een team te zijn, of om gecoached te worden door een ander. Technisch zijn ze vaak best goed, en niet zelden keihard ook. Maar tactiek hebben ze meestal nooit iets van geleerd. Van “totaalvoetbal” of Johan Cruijff hebben ze nog nooit gehoord (“Who? Oh, I think I heard my grandfather speak of him one time…”). “Catenaccio” vinden ze een grappig woord waarvan ze de betekenis niet kennis. En als ik over “gegenpressung” begin kijken ze elkaar onbegrijpend aan. Dus ik moet ze leren dat ze als aanvaller tot echt ook verdedigende taken hebben (“But why coach? I am a striker!”). En dat je als verdediger toch echt wel meer moet doen dan enkel ballen afpakken en wegschoppen (“But coach, they didn’t score!”).
Wat kan ik zeggen betreffende het voetbal in het land van het WK 2034, op basis van mijn ervaringen?
Ten eerste, de passie voor voetbal is hier net zo groot als in Europe of Latijns-Amerika. Maar, van hooliganisme is hier geen sprake. Het voetbalstadion is hier nog een plaats waar gezinnen met zijn allen naar toe gaan om hun favoriete club aan te moedigen.

De sfeer in het stadion van El Ettifaq, de club van Georgiono Wijnaldum
Ten tweede, er is hier echt wel talent, maar voorheen was het moeilijk voor dit talent om zich door te ontwikkelen aangezien de structuur die hiervoor nodig is veelal niet aanwezig was. Er waren zoals gezegd geen clubs en dus geen georganiseerd jeugdvoetbal. Geen wedstrijden of trainen. Vanaf een jaar of 14 raakt het gemiddelde talent hier daarom al snel ver achter op zijn leeftijdsgenoten die in Europa of Latijns-Amerika in clubverband spelen onder leiding van een echte voetbaltrainer.
Ten derde, de omstandigheden zijn op positieve wijze aan het veranderen. Zoals gezegd, de voorbije twee of drie jaar hebben verschillende voetbalscholen de deuren geopend hier. Kinderen kunnen daar geregeld voetbaltraining krijgen. De Saoedische voetbalbond heeft dit jaar ook een jeugdcompetitie opgezet, waardoor kinderen nu ook competitief voetbal kunnen spelen.
Ten vierde, er blijft behoefte aan voetbaltrainers met echte ervaring en capaciteit, in het bijzonder voor jeugdvoetbal. Veel van de voetbalscholen hebben daarom buitenlandse coaches in dienst.
Ten vijfde, de ambities om te verbeteren is enorm, evenals de middelen om te investeren in verbetering. Vooralsnog uit zich dit vooral in het aantrekken van buitenlandse topspelers voor de grote clubs in het land. Maar als in de toekomst een deel van dit geld aangewend wordt om ook het jeugdvoetbal van onderaf te ontwikkelen, dan heb ik er alle vertrouwen in dat op het WK van 2034 het lokale team nog meer indruk kan maken dan in 2022, toen de latere wereldkampioen Argentinië in de groepsfase verslagen werd door Saoedi Arabië (waarna de regering een nationale feestdag uitriep en wij allemaal een dag vrij kregen…).
Ik zal het hier bij laten. Mijn welgemeende groeten aan de LSC familie, of zoals ze hier zeggen, ma’a salama!
Andreas de Vries